Dijkdoorbraak in Lelystad lijkt nodig om een ambitieus plan van de gemeente voor wonen aan het water mogelijk te maken. Alleen dan kan het volgens de plannenmakers aantrekkelijk worden. Maar is dat wel zo?
LELYSTAD WIL STAD AAN HET WATER ZIJN
Na jaren zo’n zes meter onder dijkniveau in de polder gebouwd te hebben wil Lelystad nu een stad aan het water worden. Lang geleden, toen er nog slechts sprake was van ideeën, schetsen en plannen, was er al discussie over.
VAN EESTEREN STELDE HET AL VOOR
Het Rijk was ooit verantwoordelijk voor de aanleg van de polders en de bouw van nieuwe steden en dorpen in Flevoland. Zij huurden voor het ontwerp van Lelystad in de jaren vijftig van de vorige eeuw de stedenbouwkundige Cornelis van Eesteren in.
Van Eesteren stelde in zijn stedenbouwkundig plan voor om het centrum van de nieuwe stad te laten lopen van het NS-station (ongeveer in het midden van de stad) naar een haven aan de vaarroute van Amsterdam naar Friesland. Daar waar nu het Markermeer is. Bij de haven zouden dan grootschalige voorzieningen, zoals een theater en een stadion, moeten komen. Die moesten dan ook qua uitstraling het beeld van het gebied bij de haven bepalen. Van het station naar de haven kon een loop- en fietsroute komen langs winkels en andere publieksvoorzieningen (waaronder het Stadhuis).
HET RIJK WILDE HET NIET
Het Rijk vond het geen goed idee van Van Eesteren. Eigenlijk zagen ze niet in waarom er een relatie moest zijn tussen de nieuwe stad en het water. Lelystad zou de hoofdstad worden van een nieuwe provincie en diende gewoon in het midden van die provincie te komen (de aanleg van de Markerwaard zou toen nog gewoon doorgaan). En verder geen gedoe met het water, dat zou er alleen zijn voor de beroepsvaart. Ook vanwege andere meningsverschillen werd het plan van Van Eesteren door het Rijk afgewezen. Ze gingen zelf wel een nieuw plan maken. En dat werd zo ongeveer het Lelystad zoals we dat nu kennen. Met een centrumgebied langs de spoorlijn en voorlopig niets aan het water.
TOCH KWAM ER IETS AAN HET WATER
In 1980 werd Lelystad een zelfstandige gemeente en kon zijn eigen plannen gaan maken. Zo ontstond het plan voor het Bataviakwartier. Met de Bataviahaven, waar zowel beroepsvaart als pleziervaart aanmeert, en het museum Batavialand met de reconstructie van het VOC-schip de Batavia. En natuurlijk het outlet winkelcentrum Bataviastad. Het Bataviakwartier is nu een populaire bestemming voor dagjes-uit.
STAD AAN HET WATER LIJKT ER NU TE KOMEN
Sinds kort is er een concreet plan van de gemeente Lelystad voor een stad aan het water. Het Bataviakwartier gaat hiervan deel uitmaken. Het wordt zelfs uitgebreid om nog aantrekkelijker te worden voor toeristen. Er komen onder meer terrassen aan het water. En de al lang bestaande 161 meter hoge zendtoren gaat ook voor recreatieve activiteiten, zoals sportklimmen en abseilen, gebruikt worden. Deze toren was ooit bedoeld voor televisieontvangst in de Flevopolders, nu wordt het gebruikt voor dataverkeer door de lucht.
HET GAAT VEEL VERDER
Ten zuiden van het Bataviakwartier ligt nu nog een groot onbebouwd gebied. Ooit zou het een bedrijventerrein worden, maar er is al aan het eind van de vorige eeuw besloten dat er woningen komen. Het is inmiddels begroeid met verschillende op natuurlijke wijze ontstane planten en bomen. Het is in de praktijk een groot uitlaatgebied voor honden, waar mensen uit heel Lelystad met hun trouwe vrienden komen. Na jaren lijkt het de gemeente toch serieus te worden om hier woningen te gaan bouwen.
DIJKDOORBRAAK: HET GAAT NOG VEEL VERDER
Maar de gemeente wil zich niet beperken tot de beschikbare grond op het land. Ze willen ook het water van het Markermeer erbij betrekken. Want volgens de plannenmakers is een buitendijkse uitbreiding van de stad van het allergrootste belang om voldoende ruimte te hebben voor de in het plan beoogde functies en om daadwerkelijk van de ligging aan groot open water te profiteren. Zo staat het geschreven in het concept stedenbouwkundig plan, zij het in een iets andere volgorde van de woorden. Hiervoor zou dus een dijkdoorbraak van de Oostvaardersdijk nodig zijn.
IS DIE DIJKDOORBRAAK WEL ZO NODIG?
Ik vraag me af of die dijkdoorbraak wel zo nodig is. Natuurlijk, er ontstaan altijd nieuwe en nog mooiere mogelijkheden als je weer enkele stappen verder zet. De gemeente stelt dat de dijkdoorbraak van het allergrootste belang is om voldoende ruimte te hebben voor de in het plan beoogde functies. Nu is ruimte nog het minste probleem in Lelystad. Die is er namelijk in overvloed met alle nog onbebouwde gebieden binnen de stad. En die zijn er ook nabij groot open water, ook bij het Markermeer en het IJsselmeer. Dus nee, daar is de dijkdoorbraak niet voor nodig.
BOUWEN AAN DE DIJK IS OOK PROFITEREN VAN GROOT OPEN WATER
Als de gemeente het plan beperkt tot de gronden tot aan de bestaande dijk, profiteren de bewoners van de nieuwbouw ook van groot open water. De gemeente wil dit immers graag. Bovendien, vanuit de bestaande woningen is er nu al een prachtig zicht op het grote open water. Ik spreek uit ervaring. Wij kijken vanuit ons huis uit op het Markermeer. Maar dat gaat dus verdwijnen.

Wil je reageren op deze blog? Ga dan met de groene knop naar de postbus van deze website. Wil je deze blog met anderen delen? Dan mag je met de blauwe knop naar LinkedIn en met de rode knop naar Pinterest; met de oranje knop stuur je een mail naar een bekende van je om hem of haar te laten weten dat je de blog interessant vindt. Bedankt voor de door jou getoonde interesse in deze blog.